De visie van het sectorteam Mobiliteit

Lees hier de uitgebreide visie van het sectorteam Mobiliteit.

Wie zijn wij?
Het sectorteam Mobiliteit zet zich in voor de verduurzaming van de mobiliteit. Onze ambassadeurs hebben een diverse achtergrond en expertise, van elektrische laadinfrastructuur tot verduurzaming van de luchtvaart. Ze werken bij ProRail, KLM, (lokale) overheden, adviesbureaus of als zelfstandige. We zetten ons dan ook in de breedte van de mobiliteitssector in. De transitie naar elektrisch vervoer is daarin heel belangrijk, maar ook hoe we het mobiliteitssysteem anders kunnen inrichten en hoe we onnodige verplaatsingen kunnen voorkomen.

Wat vinden wij?
Transport en mobiliteit is belangrijk voor de economische vitaliteit en de aantrekkelijkheid van Nederland. Het zorgt ervoor dat winkels op tijd hun nieuwste collectie binnen hebben, afval wordt opgehaald, werknemers naar kantoor kunnen om elkaar te ontmoeten, restaurants hun gasten kunnen bedienen, internetbestellingen thuis worden afgeleverd en een verbouwing probleemloos verloopt. De groeiende vraag naar goederen en diensten leidt zonder ingrijpen tot meer vervoersbewegingen en emissies. Dit gaat vaak ten koste van de leefbaarheid, de bereikbaarheid en de veiligheid in zowel steden als regio’s.

Ook in de transportsector is er een groeiende aandacht voor de enorme Klimaatopgave die Nederland te wachten staat: Vertragen van klimaatopwarming met minder dan 2°C door de reductie van vervuilende emissies. In de uitwerking van het Klimaatakkoord (28 juni 2019) worden er maatregelen voorgesteld voor onder andere de transportsector. Het Klimaatakkoord zet bijvoorbeeld in op een versnelling van de overgang naar zero-emissie stadslogistiek, waarbij vanaf 2025 vrachtwagens en bestelauto’s geen uitstoot meer veroorzaken in 30 tot 40 grotere steden (ca. 1 Mton CO2-reductie). Maar ook: Nederlanders krijgen meer bewegingsvrijheid en keuzemogelijkheden om zich te verplaatsen. Om dat voor elkaar te krijgen, gaan we vervoerstromen spreiden en beter koppelen, breiden we de capaciteit van de infrastructuur uit. Het structurele budgettekort voor onderhoud en renovatie wordt bovendien met prioriteit aangepakt. Om dit allemaal mogelijk te maken, zorgt het kabinet voor een investering van 3 miljard euro per jaar extra in mobiliteit tot 2040.

Maar: dit kan anders! Vanuit de verschillende hoeken van de transportsector leveren Young Professionals kennis van bestaande en aankomende problemen én bedenken we creatieve oplossingen. Het is tijd een been bij te trekken én vooruit te investeren nadat de budgetten de afgelopen tien jaar steeds verder zijn afgeknepen. Nederland zit in de Europese middenmoot in percentage van het BBP dat naar mobiliteit gaat. We scoren lager dan Bulgarije en Polen. Dat moet anders, want we willen onze voorsprong op het gebied van mobiliteit behouden.

Hoe doen we dat?
Bij KEK zien wij het verduurzamen van mobiliteit volgens de drie stappen van de ‘Trias Mobilica’:

  • Stap 1 is verminderen van de vraag naar mobiliteit, dus minder vaak en minder ver reizen.
  • Stap 2 is het veranderen van vervoersbewegingen naar een meer duurzame andere vorm van mobiliteit, waaronder fiets en ov en goederenvervoer over rail/water en/of het bundelen van stromen.
  • Stap 3 is het vergroenen van mobiliteit door het gebruik van andere brandstoffen en nieuwe type voertuigen.

  1. Verminderen
    De niet gemaakte kilometer is de beste kilometer! Reizen is namelijk niet vaak het doel, maar slechts het middel. Het is daarom van belang om het doel (de bestemming) dichterbij te krijgen. Zo worden andere modaliteiten zoals fiets, lopend of het OV steeds toegankelijker.

    Vraag en aanbod letterlijk bij elkaar brengen. Dat heeft een enorme invloed op de manier hoe steden ontworpen gaan worden. Decentralisatie in plaats van centralisatie. Niet naar de supermarkt ver buiten de stad maar gewoon in je eigen buurt. Daar start het. Corona heeft ons een mooie stap laten zetten, vaker dichterbij huis wonen, werken en recreëren. Nu is het aan ons om dit blijvend door te gaan zetten.
  2. Veranderen en verslimmen (modal shift)
    Veel werkgevers hebben in 2020 en 2021 extra stappen gezet om het mobiliteitsbeleid te verduurzamen. Naast het verminderen van beweging is meer aandacht gekomen voor andere vormen van reizen. Steden zetten in op deelmobiliteit en fietsstimulering, terwijl tegelijkertijd zichtbaar werd dat vanwege Covid-maatregelen door werknemers sneller voor de auto werd gekozen dan voor het openbaar vervoer.

    Flexibilisering van het mobiliteitsbeleid en daarbij behorende regelgeving is noodzakelijk om werkgevers en werknemers duurzame keuzes te laten maken. Veel young professionals krijgen standaard een lease auto aangeboden, terwijl zij daar soms helemaal geen behoefte aan hebben. Daarnaast zijn er veel ontwikkelingen die keuzevrijheid geven, zoals introductie van deelmobiliteit en Mobility as a Service. Maar hoe zorgen we er voor dat dit gebruikersvriendelijk is en er geen ongewenste wildgroei ontstaat.

    Veel steden introduceren zero emissiezones in 2025 of 2030 voor goederenvervoer en andere vervoersmiddelen. Dit vraagt om maatregelen in de openbare ruimte die emissievrij vervoer stimuleren. Daarnaast wordt steeds meer duidelijk dat de logistieke hub een onderdeel van de oplossing is, maar dat hubs alleen slagen als in de logistieke keten wordt samengewerkt en kosten en baten worden verdeeld.

    (Stads)vervoer over water of door slimmer gebruik te maken van bestaande infrastructuren kan verder worden gestimuleerd en vraagt om onderzoek. Goede voorbeelden van ketensamenwerking in de logistiek zouden meer naar voren moeten worden gebracht en gestimuleerd.
  3. Vergroenen
    Naast het verminderen en veranderen van mobiliteit, wordt er ook gekeken naar het verduurzamen van het huidige bestand. Voor het binnenstedelijk vervoer zoals personenvervoer, elektrische busjes en lichte vrachtauto’s wordt zero-emissie de norm. Ook voor zwaar transport zien we steeds meer alternatieven in vorm van batterij- en waterstof elektrisch. Welke aanpassingen vergt dit van onze laad- en tankinfrastructuur?

    Het tijdelijk gebruik van duurzame en synthetische biofuels/biokerosine/bioLNG maakt de transitie mogelijk voor sectoren waar er een zero-emissie energiedrager nog niet mogelijk lijkt. Voorbeelden hiervan zijn waterstof in verbrandingsmotoren en het bijmengen van biobrandstoffen in de scheepvaart. Ook de luchtvaart is in beweging. Zo worden de mogelijkheden van elektrisch vliegen onderzocht en wordt de toepassing van synthetische kerosine opgeschaald. Hoe zorgen we ervoor dat de ambitie hoog blijft terwijl we tegelijkertijd ruimte bieden voor transitietechnologieën?

In contact komen met het sectorteam Mobiliteit van KEK?
Neem contact op met onze sectorleads Janneke de Vries (janneke.devries@tno.nl) of Stijn Altena (stijn.altena@hotmail.com)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *